Opties, 1 energysaver, 2 extra rinse – Инструкция по эксплуатации Electrolux ESF2300OH
Страница 7: 3 geluidssignalen
1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de
hoeveelheid vaat kan de programmaduur en de verbruikswaarden veranderen.
Aanwijzingen voor testinstituten
Stuur voor alle benodigde informatie over testprestaties een e-mail naar:
[email protected]
Schrijf het productnummer (PNC) op dat u op het typeplaatje vindt.
5. OPTIES
Schakel de opties in of uit, voor-
dat u een programma start. U
kunt de opties niet inschakelen of
uitschakelen als er een program-
ma bezig is.
Zorg er als één of meerdere opties
worden ingesteld voor dat de bij-
behorende lampjes branden voor-
dat het programma start.
5.1 EnergySaver
Met deze functie wordt de temperatuur in
de laatste spoelfase verlaagd.
Het gebruik van deze optie verlaagt het
energieverbruik (tot 25%) en de program-
maduur.
De borden kunnen nog nat zijn aan het
einde van het programma.
Druk op de knop EnergySaver. Het over-
eenstemmende indicatielampje gaat bran-
den.
• Deze optie kan voor alle wasprogram-
ma's worden gekozen. De optie Ener-
gySaver heeft op sommige program-
ma's geen effect. Raadpleeg het hoofd-
stuk 'Programma's’.
5.2 Extra Rinse
Deze optie voegt een koude spoelfase toe
aan het wasprogramma.
De optie verlengt de programmaduur en
verhoogt het waterverbruik.
Druk op de toets Extra Rinse:
• Als de optie van toepassing is voor het
programma, dan gaat het bijbehorende
lampje branden. In het display kunt u
de update van de programmaduur zien.
5.3 Geluidssignalen
De geluidssignalen klinken onder de vol-
gende omstandigheden:
• Het programma is voltooid.
• Het niveau van de waterontharder is
elektronisch gewijzigd.
• Er een storing in het apparaat optreedt
Fabrieksinstelling: uit. U kunt de
geluidssignalen inschakelen.
De geluidssignalen inschakelen
1. Druk op de aan-/uittoets om het appa-
raat te activeren. Zorg dat het appa-
raat in de instelmodus staat. Zie ‘HET
PROGRAMMA INSTELLEN EN STAR-
TEN'.
2. Druk tegelijkertijd op functietoetsen (B)
en (C) en houd deze toetsen ingedrukt
totdat de indicatielampjes van functie-
toetsen (A), (B) en (C) gaan knipperen.
3. Druk op functietoets (C),
• De indicatielampjes van de functie-
toetsen (A) en (B) gaan uit.
• Het indicatielampje van functietoets
(C) blijft knipperen.
• Wordt de instelling van de geluids-
signalen op de display weergege-
ven.
Uit
Aan
4. Druk op functietoets (C) om de instel-
ling te wijzigen.
5. Schakel het apparaat uit om te beves-
tigen.
NEDERLANDS
7