Overdracht-gedeelte, Afspelen, Stel een cue-punt in – Инструкция по эксплуатации Pioneer DJM-T1
Страница 48: Buigen van de toonhoogte
16
Nl
Overdracht-gedeelte
DECK A
DECK B
FX ASSIGN
FX1
FX2
SYNC
BROWSE
VIEW
PUSH
FX ASSIGN
FX1
FX2
SYNC
TREE
FLD OPEN
MASTER
MASTER
REL.
REL.
ABS.
ABS.
CUE
CUE
BEND
BEND
Internal Playback-stand zetten
Scratch Control-stand zetten
1
2
4
4
1
2
3
3
4
(SHIFT)+
4
(SHIFT)+
3
1
2
(SHIFT)+
2
(SHIFT)+
1
3
1 f
(REL.)-toets
! Druk op:
Hiermee kunt u muziekstukken weergeven/pauzeren.
! [SHIFT] + indrukken:
De weergave-volgstand van TRAKTOR schakelt over naar de Relative-stand.
De Relative-stand houdt geen rekening met de weergavepositie van de
CONTROL CD/CONTROL VINYL.
2
CUE (ABS.)-toets
Tijdens pauze
! Druk op:
Er wordt een cue-punt ingesteld op de positie waar gepauzeerd wordt.
— Wanneer de [SNAP] functie van TRAKTOR uit is:
Het cue-punt wordt ingesteld aan de hand van de positie waar gepau-
zeerd wordt, ongeacht het [Beat Grid].
— Wanneer de [SNAP] functie van TRAKTOR aan is:
Het cue-punt wordt ingesteld op het dichtstbijzijnde [Beat Grid].
Tijdens weergave
! Druk op:
De weergave keert terug naar het ingestelde cue-punt, waar de weergave
wordt gepauzeerd (Terug naar cue).
Als de [CUE (ABS.)]-toets ingedrukt wordt gehouden nadat er is terugge-
keerd naar het cue-punt, zal de weergave worden voortgezet zolang de toets
ingedrukt wordt gehouden.
! [SHIFT] + indrukken:
De weergave-volgstand van TRAKTOR schakelt over naar de Absolute-stand.
De Absolute-stand houdt wel rekening met de weergavepositie van de
CONTROL CD/CONTROL VINYL en de weergavepositie van het muziekstuk.
3
FX ASSIGN (s BEND t)-toets
! Druk op de [FX 1]-toets:
TRAKTOR effectgenerator [FX 1] wordt toegewezen aan het deck waarvoor
de toets wordt ingedrukt.
! Druk op de [FX 2]-toets:
TRAKTOR effectgenerator [FX 2] wordt toegewezen aan het deck waarvoor
de toets wordt ingedrukt.
* Bij gebruik van TRAKTOR SCRATCH DUO 2 is de toewijzing vast inge-
steld: [FX 1] voor deck [A], [FX 2] voor deck [B].
Als u een upgrade uitvoert naar TRAKTOR SCRATCH PRO 2, kunnen
[FX 1] en [FX 2] zonder restricties worden toegewezen aan het gewenste
deck.
! Druk op de [SHIFT] + [FX 1]-toetsen:
De weergavesnelheid van het muziekstuk wordt tijdelijk lager.
! Druk op de [SHIFT] + [FX 2]-toetsen:
De weergavesnelheid van het muziekstuk wordt tijdelijk hoger.
4
SYNC (MASTER)-toets
! Druk op:
De [BPM] en [Beat Grid] van het muziekstuk in het deck waarvoor de
toets werd ingedrukt worden gesynchroniseerd met de master voor her
synchroniseren.
! [SHIFT] + indrukken:
Het deck waarvoor de toets is ingedrukt wordt ingesteld als de master voor
het synchroniseren.
Afspelen
Druk op de [f (REL.)]-toets.
Pauzeren
Druk tijdens weergave op de [f (REL.)]-toets.
Stel een cue-punt in
1 Druk tijdens weergave op de [f (REL.)]-toets.
De weergave wordt gepauzeerd.
2 Druk op de [CUE (ABS.)]-toets.
Een cue-punt [a] wordt ingesteld op de positie waar de weergave werd gepauzeerd.
Er wordt hierbij geen geluid weergegeven.
! Wanneer u een nieuw cue-punt instelt, komt een eerder gekozen cue-punt te
vervallen.
Terugkeren naar een cue-punt (Terug naar cue)
Druk tijdens weergave op de [CUE (ABS.)]-toets.
Het apparaat keert onmiddellijk terug naar het huidig ingestelde cue-punt en blijft
daar pauzeren.
! Wanneer de [f (REL.)]-toets wordt ingedrukt, begint de weergave vanaf het
cue-punt.
Controleren van cue-punten (Cue-punt sampler)
Houd de [CUE (ABS.)]-toets ingedrukt nadat u bent
teruggekeerd naar het cue-punt.
De weergave begint vanaf het ingestelde cue-punt.
Het afspelen gaat door terwijl u de [CUE (ABS.)]-toets ingedrukt houdt.
Buigen van de toonhoogte
Druk op de [FX 1] of [FX 2]-toets terwijl u de [SHIFT]-toets
ingedrukt houdt.
— Druk op de [SHIFT] + [FX 1]-toetsen:
De weergavesnelheid van het muziekstuk wordt tijdelijk lager.
— Druk op de [SHIFT] + [FX 2]-toetsen:
De weergavesnelheid van het muziekstuk wordt tijdelijk hoger.